Hylke Brunt is Manager Duurzaam Verpakken bij de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI). Zootje Geregeld sprak met hem over de vraag of het niet veel makkelijk moet worden om je afval te scheiden. Met een goed logo bijvoorbeeld, op alle verpakkingen.
Wat is dat eigenlijk, manager duurzaam verpakken?
“Als Manager Duurzaam Verpakken ben ik op hoofdlijnen verantwoordelijk voor twee zaken. Ten eerste het ontwikkelen en uitvoeren het verpakkingsbeleid van de FNLI, zoals onder andere ons brancheplan verduurzaming verpakkingen. En ten tweede het monitoren, beoordelen en adviseren van onze leden, zoals voedingsmiddelenproducenten over nationale en Europese verpakkingsregelgeving.”
Voor consumenten is het soms totaal niet duidelijk wat in welke afvalbak moet. Is het niet makkelijker als op elke verpakking een logo staat waarop je ziet in welke afvalbak deze moet?
“Dat zou inderdaad makkelijk zijn. Daarop sturen we ook aan bij onze leden van de levensmiddelenindustrie. Het is zelfs één van de officiële doelstellingen uit ons brancheplan, het gebruik van de weggooiwijzer-logo’s. Ons doel is dat voor het eind van het jaar tachtig procent van de verpakkingen van onze leden een logo heeft.”
Kun je een voorbeeld geven van een verpakkingslogo?
“Denk bijvoorbeeld aan het wegwerplogo op drankkartons zoals yoghurtpakken of melkpakken. Daarop staat duidelijk dat deze producten in de PMD container thuishoren. PMD staat voor plastic, metaal en drankkartons.
Zijn dit soort logo’s de beste manier om meer en beter te recyclen?
“Het is een middel maar wij zien het zeker niet als de heilige graal. Er zitten namelijk ook nadelen aan. Het inzamelbeleid in Nederland is bijvoorbeeld versnipperd. Wat in de ene gemeente bij het PMD-afval moet of kan, moet of kan in de andere gemeente juist alleen bij het restafval. Dat maakt het voor producenten lastig de juiste wegwerplogo’s toe te passen . Daarom sturen we tegelijkertijd ook aan op meer en betere nascheiding van verpakkingsafval. Bij nascheiding wordt het verpakkingsafval achteraf in een sorteerinstallatie gescheiden, dan hoef je als consument niet meer oneindig te sorteren in je eigen keuken. Aan de andere kant: nascheiding is nog niet overal mogelijk. Daarom zijn goeie logo’s ook belangrijk. In beide gevallen, dus zowel bij bron als nascheiding, betaalt de industrie trouwens de rekening. ”
Wat doen voedselproducenten om afvalscheiding en recycling gemakkelijker te maken?
“Producenten ontwikkelen steeds vaker verpakkingen die écht gerecycled kunnen worden. Een verpakking die uit verschillende soorten bestaat (denk aan plastic én aluminium) kun je niet goed recyclen. Je kunt bijvoorbeeld beter een verpakking weggooien waar je het karton af kunt halen, zodat je het plastic en het karton gescheiden kan inzamelen. Dat gebeurt gelukkig steeds meer. Er zijn ook verpakkingen met verschillende soorten kunststof die aan elkaar zitten, zogenaamde laminaatverpakkingen. Die kun je ook niet goed recyclen. De leden van de FNLI zijn zich steeds meer bewust van de struikelblokken van dit soort verpakkingen en lossen dit op tijdens het ontwerpen van de verpakking.”
Worden dat soort verpakkingskeuzes gemaakt omdat dat lekker of beter verkopen? Zoals kleine fruitzakjes en yoghurtbreaks die je niet kunt recyclen?
“Daar zijn meerdere redenen voor, neem de soepzak als voorbeeld. Die is vaak gemaakt van verschillende soorten kunststof omdat soepen aan bepaalde eisen voor smaak, geur en houdbaarheid moeten voldoen. En voedselveiligheid speelt ook een belangrijke rol, je mag voedsel niet zomaar in iedere gerecycled materiaal verpakken. Een Cradle tot Cradle yoghurt bakje is het ultieme doel, maar als het de voedselveiligheid in gevaar brengt, mag het niet. We willen namelijk niet dat een consument ziek wordt of een vervelende smaak overhoudt na het eten van yoghurt verpakt in gerecycled materiaal. Dat is het paard achter de wagen spannen.”
Sommige producten lijken overdreven en overbodig veel verpakt. Denk aan koekjes die per stuk in zakjes zitten en dan weer in een pak. Kunnen we daar niet meer tegen doen?
“In enkele gevallen kan ook ik geen goede reden bedenken voor het verpakkingsconcept dat in de schappen ligt. Feit is dat het bij wet verboden is om excessief te verpakken. Er wordt in Europa gesproken over het concreter maken van deze wet zodat hij beter uitvoerbaar wordt, maar het zal nog wel even duren eer dat zover is. En soms is een verpakking met een ogenschijnlijke nutteloze functie wel degelijk écht duurzamer, zoals de komkommer die langer houdbaar is dankzij het plastic folie.”
Gaan we het probleem van teveel niet recyclebare verpakkingen ooit oplossen?
“Dat is uiteraard ons streven , tegelijkertijd ben ik realistisch. Er zullen, vaak om goede redenen, voedselverpakkingen op de markt zijn die volgens de laatste stand van de techniek matig te recyclen zijn. Dat aandeel moet uiteraard zo laag mogelijk zijn. Maar als een bedrijf bijvoorbeeld net geïnvesteerd heeft in een nieuwe verpakkingslijn en de spelregels veranderen dan, of er komen nieuwe inzichten, dan begint de discussie weer van voren af aan en kun je niet van een producent verwachten dat hij abrupt overstapt. Dus niet alle producenten zullen een rapportcijfer tien krijgen over een paar jaar, maar we staan ook niet stil. Ik heb in ieder geval goede hoop dat we aan het einde van het jaar kunnen zeggen dat tachtig procent van onze producten in het bezit is van een goed recyclelogo, waar de consument echt wat aan heeft.”
Meer weten over welke verpakkingslogo’s er bestaan? Kijk dan naar het overzicht in de Keurmerkenwijzer van Milieu Centraal of de Weggooiwijzer van het KIDV.